Je moet iemand toch een beetje verleiden om met je in gesprek te gaan en lang genoeg te blijven hangen om ook de diepte in te gaan.
Ik begin meestal met een toegankelijke vraag. Ik had bijvoorbeeld twee versies van de Peperbus (Kerktoren in Zwolle) meegekregen van de gemeente en vroeg dan aan mensen welke ze het meest vonden lijken. Dit gebruik je dan als haakje om wat over Zwolle te weten te komen en hoe ze het vinden om te wonen in Zwolle. Hierna kan je wat meer de diepte in gaan.
Nadat je contact hebt en er wat vertrouwen is ontstaan, kan je langzaam naar het inhoudelijke deel van het gesprek bewegen. Belangrijk daarbij is aan te voelen wat iemand nodig heeft om daarin mee te gaan. Bijvoorbeeld door wat meer over het onderzoek te vertellen en waarom je het onderzoek doet. Dit zorgt er voor dat je de diepte in kan gaan.
Dit gesprek aangaan en voeren kan heel spannend zijn, maar in mijn ervaring wordt het makkelijker hoe vaker je het doet! Je wordt steeds beter in het aanvoelen van wat er nodig is om contact te maken, vertrouwen te winnen en de diepte in te kunnen. Reacties van mensen worden dan voorspelbaarder en dat zorgt weer voor meer experimenteerruimte. Zo heb ik een keer een voetbal naar een man en zijn zoontje gerold om contact te krijgen. Al trappend heen en weer hadden we een leuk gesprek. Spel werkt dan heel ontwapenend.