Hoe uitte zich dat?
‘‘De patiënt heeft de regie’ zie je overal terug in de zorg. Maar eigenlijk wilde ik die regie aan het begin helemaal niet. Ik kon niks en had geen enkele kennis van revalideren. Ik wilde vol kunnen vertrouwen op de specialisten. Dat werkte in eerste instantie goed, maar toen mijn herstel boven verwachting voorspoedig ging en ik de regie wilde pakken, werd ik teruggefloten. Wat ik wilde paste niet in het systeem. Zo wilde ik mijn schwung terug. Dat snapten mijn begeleiders niet genoeg om er iets mee te kunnen, en ik werd gevraagd een doel vast te stellen wat in het systeem hoorde. Ik voelde mij opeens alleen met mijn ambities en miste de samenwerking.’
‘Ik zag als revalidant dat mijn behandelaars en ik wel een gemeenschappelijk doel hadden: mij beter maken. Maar we leefden langs elkaar heen. Ik vind onze maatschappij erg gericht op het individu. De revalidant. De zorgverlener. Iedereen is met zichzelf bezig. Tijdens mijn herstel ervoer ik een extreme variant daarvan. Er was weinig écht contact en verbinding. Mijn revalidatie was voornamelijk een algemeen pad dat afgelopen moest worden door mij en de zorgverlener. Ik miste Team Rutger.’
Wat gebeurde er met je?
‘Ik werkte met experts die veel kennis hebben van revalideren. Maar deze experts wisten niet goed wie ik was als persoon. En juist naar mij als persoon waren we op zoek. Ik werd boos omdat de revalidatie niet opschoot en niet ging zoals ik wilde. Mijn reactie was daarmee typisch Rutger, zoals ik was. Maar dit werd niet gewaardeerd door de revalidatie-experts. Ik ging twijfelen aan mezelf; had ik het misschien verkeerd of was ik abnormaal? Ze vonden me lastig denk ik.’
Rutger is leiderschapstrainer. In zijn werk houdt hij zich bezig met innovatie, hoe mensen samen kunnen vernieuwen in plaats van verstrikt te raken in processen. Tijdens zijn herstel zag hij in de zorg waar het knelde en stelde zich ten doel dat te verbeteren.
‘Ik heb Informatiekunde gestudeerd en systemen gebouwd die vrijwel altijd gingen over efficiëntie, kwaliteit of veiligheid. Maar ik ben ook leiderschapstrainer, met een focus op teams en innovatie. En daar gaat het erom hoe mensen zich gedragen en hoe we samenwerken. Beide zienswijzen nam ik mee in mijn revalidatie. Als vanouds stelde ik vragen over waarom de dingen gingen zoals ze gingen. En dan gaven ze keurig antwoord. Maar daar was ik eigenlijk niet naar op zoek: ik wilde vanuit gelijkwaardigheid samen onderzoeken. In de gesprekken met mijn zorgverleners kwamen we er niet uit. We waren het oneens, maar nog erger: dat werd niet uitgesproken. Ik denk dat deze dialoog juist winst oplevert, omdat je daardoor het vertrouwen aan beide kanten kunt herstellen.’